menu sluiten

Afstudeerpresentatie Angéla Kortleven

dinsdag 22 april, 13u00
Afstudeerpresentatie Angéla Kortleven

Dinsdag 22 april vindt de afstudeerpresentatie plaats van Angéla Kortleven (Stedenbouw) met als onderwerp “Tussen kapot gras en gemeenschap” 

Commissie:
Voorzitter                    : Willemijn Lofvers (RAVB)
Mentor                         : Mike Emmerik (Crimson Historians and Urbanists)
Externe criticus           : Juha van ’t Zelfde (Juha van t Zelfde)
Toegevoegde criticus : Claudia Linders (Atelier Claudia Linders)

Afstudeerdatum en locatie:
Dinsdag 22 april om 13u00

Locatie: Roel Langerakpark onder het viaduct

Tussen kapot gras en gemeenschap
Een zoektocht naar mijn rol als ontwerper bij het geven van een stem aan een buurtpark onder druk

Vijf jaar geleden verhuisde ik met mijn vriend naar het Nieuwe Westen in Rotterdam. De advertentie prees de buurt als ‘opkomend’ met hippe koffiebars, maar die waren er nauwelijks. Wel viel me op dat de sociale verhuurder actief op zoek was naar huurders met een hoger inkomen, in een wijk waar dit niet vanzelfsprekend is.

Na een aantal jaar, zag ik de wijk veranderen. De straten voelden veiliger, er kwamen meer geveltuintjes en dure woningen verschenen in voormalige winkelpanden. Maar deze ontwikkeling pakt vooral gunstig uit voor de midden- en bovenklasse.

Gentrificatie is geen natuurwet, stelt Massih Hutak. Het is het gevolg van beleid en een kapitalistisch systeem dat inzet op marktgerichte groei. De stad is handelswaar geworden. Niet alleen de woningmarkt, ook de openbare ruimte wordt vormgegeven voor de wensen van de economische bovenlaag. Dit levert een ‘Smooth City’ (René Boer) op: een geoptimaliseerde, veilige en esthetische stad, maar met een prijskaartje dat velen niet kunnen betalen.

Als stedenbouwkundige draag ik hieraan bij. Mijn referentiekader beïnvloedt onbewust hoe ik ontwerp. We presenteren plannen als inclusief en collectief, maar uiteindelijk zijn deze vooral bereikbaar voor de lucky few. Dit besef roept bij mij ongemak op. Ook merkte ik door het drukke academiebestaan zelf helemaal geen onderdeel te zijn van mijn buurtgemeenschap en ben ik vergeten hoe het is om hier wel onderdeel van te zijn. Hoe kan ik dan uitspraken doen over een inclusieve stad?

Toch zijn er alternatieven. René Boer noemt de ‘poreuze stad’: toegankelijk, veranderbaar en open voor diversiteit en conflict. Richard Sennett en Pablo Sendra spreken over ‘disorder’: ruimte voor het ongeplande. Maar om dit te bereiken, moeten we anders ontwerpen. We moeten kritisch kijken: vanuit welke bril ontwerpen we, voor wie en, nog belangrijker, met wie?

In mijn afstuderen zocht ik naar mijn rol hierin. Ik liet me inspireren door Sennett’s concept van ‘self-disordering’ en werd actief in de wijk. Ik sprak bewoners, initiatiefnemers, deed mee aan activiteiten en werd gastvrouw in het Wijkpaleis. Daarnaast las ik boeken over kapitalisme, ongelijkheid, mutual aid en gelijkwaardige samenwerking.

Het was geen gemakkelijk proces. Ik voelde me heen en weer geslingerd tussen controle en overgave. Tussen plannen en het laten ontstaan. Soms raakte ik moedeloos van het lezen over de systemen waar ik onderdeel van ben of raakte ik door twijfel terughoudend in mijn acties. Maar juist door te doen, vond ik aansluiting. Craftivism (Betsy Greer), in dit geval quilten en borduren, hielp me laagdrempelig gesprekken aan te knopen in het Wijkpaleis.

Via dit proces in de wijk kwam ik terecht bij het Roel Langerakpark. Ooit een vrije ruimte voor gemeenschappen, maar nu steeds meer onder druk door commerciële functies en de plannen voor het nieuwe Van Nelle Knooppunt. Met de lessen uit de wijk ben ik het park gaan onderzoeken. Door simpelweg aanwezig te zijn, te luisteren en te praten, begon ik de plek te begrijpen en mij ertoe te verhouden.

Ik vond verhalen over het park die dreigen te verdwijnen. Deze verdienen een stem, maar dit gebeurt niet zomaar. Ik leerde van wijkinitiatieven en bezoekjes aan parken in Berlijn, waar gemeenschappen echt een stem kregen bij ontwikkelingen, dat dit een onvoorspelbaar proces is, dat vraagt om tijd, liefde, energie en vele handen. Maar ik moet in mijn eentje afstuderen.

Daarom gebruik ik mijn afstuderen als start van een langer proces. Ik leg de verhalen vast in een quilt om de waarde van het park zichtbaar te maken en anderen erbij te betrekken. Mijn afstudeerpresentatie is mijn tweede stap: een experiment in het park zelf, om mijn verhaal én de verhalen die ik vond op de plek te delen, mijn zorgen te uiten en anderen uit te nodigen zich aan te sluiten.

Dit project is niet alleen mijn persoonlijke zoektocht, maar ook een pleidooi voor een werkwijze waarin de sociale en natuurlijke waarde van een plek minstens net zo zwaar wegen als economische belangen.

share item