Nominatie De Meester én Archiprix voor Ben Wegdam
11 september 2017Het afstudeerproject ‘Nieuwe energie Twente’ van Ben Wegdam (Master Stedenbouw) is genomineerd voor De Meester 2017 en geselecteerd voor Archiprix 2018. “Het project”, zo constateerde de Archiprix-selectiecommissie, “vormt een overtuigend, zeer stevig onderbouwd, pleidooi voor de betekenis en de zeggingskracht van de mogelijkheidszin van het (regionaal) ontwerp bij het tegemoet treden van het uiterst relevante en actuele vraagstuk van de energietransitie.
Het project start vanuit de hypothese dat een volledige transitie van fossiele naar hernieuwbare energie in Nederland niet alleen noodzakelijk, maar ook mogelijk en (maatschappelijk) haalbaar is door een maximale vermindering van het energieverbruik te combineren met de inzet van alle mogelijke vormen van hernieuwbare energie. De ruimtelijke ‘distributie’ van die energiebronnen dient dan wel gebaseerd te worden op en gebruik te maken van de bestaande landschappelijke, stedelijke en andere (ruimtelijke) kwaliteiten.
Om deze hypothese te onderzoeken is Twente als test-case genomen. Twente scoort namelijk op een aantal relevante indicatoren (verhouding stad-land, aantal inwoners per vierkante kilometer en energiegebruik) vrijwel hetzelfde als Nederland in zijn geheel. Als het vraagstuk van de energietransitie in Twente op te lossen is, dan kan een vergelijkbare strategie ook op heel Nederland toegepast worden. Het onderzoek naar de ruimtelijke implicaties (en mogelijkheden) van de energietransitie is natuurlijk niet nieuw, maar concentreert zich veelal op een lager schaalniveau of, minder vaak, op een hoger schaalniveau. De focus op de regionale schaal van dit project is bijzonder en blijkt productief, mede door de doorwrochtheid, compleetheid en consistentie van het ontwerpend onderzoek.
Aan de basis van het project ligt een zeer uitgebreid onderzoek naar de belangrijkste parameters: de energiebehoefte, de verschillende mogelijkheden voor energiereductie, het brede palet aan hernieuwbare energiebronnen – inclusief biomassa – en hun mogelijke opbrengsten en ruimtelijke implicaties én – een onderwerp dat (te) vaak ‘vergeten’ wordt – de mogelijkheden van energieopslag en energieback-up (cruciaal bij het succesvolle gebruik van een belangrijk deel van de hernieuwbare energiebronnen).
Vervolgens worden de uitkomsten van dit onderzoek op hun ruimtelijke consequenties onderzocht door ze te combineren met de resultaten van de ruimtelijke (landschappelijke en stedelijke) – en programmatische – karakteristieken en kwaliteiten van Twente. Dit resulteert in een nieuwe kaart van Twente met specifieke, vanuit beide onderzoeksbronnen gedefinieerde, (transformatie-)gebieden en landschappen.
Tenslotte wordt de mogelijke toekomst van Twente die uit deze kaart oplicht getest en verdiept in de stedendriehoek Hengelo-Enschede-Oldenzaal, een gebied waar een stevig aantal centrale kwesties samen komt. Deze nadere uitwerking vormt the proof of the pudding; hier wordt doorheen het ontwerp niet alleen de mogelijkheidszin opgeladen met werkelijkheids- en wenselijkheidszin, maar wordt ook de imponerende rijkdom van de door de ontwerper ontwikkelde strategie zichtbaar, inzichtelijk en bediscussieerbaar gemaakt en wordt het ontwikkelde systeem van hernieuwbare energieproductie, -opslag, -back-up en -distributie op een context sensitieve manier gesloten.
Het project is niet alleen een bod voor de regio Twente waarmee ontwerpers en beleidsmakers aan de slag kunnen om het verder uit te werken en te concretiseren, het is ook een krachtig pleidooi om de energietransitie van Nederland met behulp van de kracht van het ontwerp nu daadwerkelijk handen en voeten te geven.
Of, zoals Ben Wegdam het zelf omschrijft:
“De opwarming van de aarde tot ruim onder de 2 graden beperken. Dat spraken 195 landen afgelopen jaar af in het klimaatakkoord van Parijs. De doelstelling van dit klimaatverdrag voor 2050 is dat wereldwijd de CO2 uitstoot met 80 tot 95% ten opzichte van 1990 wordt gereduceerd. Dit betekend dat we over moeten stappen van fossiele naar duurzame en hernieuwbare energiebronnen, de energievraag beperken en/of de uitstoot van CO2 afvangen en opslaan. Bij het afstappen van fossiele energiebronnen en overschakeling naar duurzame en hernieuwbare bronnen, betekent dat de geconsumeerde energie lokaal geproduceerd moet gaan worden.
Nederland heeft samen met meer dan 40 landelijke instellingen het energieakkoord ondertekend om de Europese doelstelling te halen. Het opschalen van hernieuwbare energieopwekking vormt een belangrijke pijler van dit Energieakkoord. Het is aan de verschillende stedelijke regio’s om hier verdere invulling aan te geven hoe deze doelstellingen behaald worden, Europa stuurt aan op de innovatiekracht die in de stedelijke regio’s liggen. De visie van de Rijksoverheid ten aanzien van de Nederlandse ruimtelijke ordening sluit aan bij deze Europese gedachte. Met name de regio krijgt hierin een steeds belangrijkere taak om de transitie van conventionele naar hernieuwbare energie te leiden en lokale initiatieven te ondersteunen en faciliteren, maar hoe komt dit eruit te zien?
We kunnen vandaag de dag woningen energieneutraal maken, kleine landelijke gemeenschappen in haar eigen energie voorzien, maar voor een stedelijke regio’s is dit nog de vraag hoe we dit op gaan lossen. Dit is dus de logische vervolgstap in de omschakeling naar en opschaling van een hernieuwbare energievoorziening. Onze energievoorziening zal dus steeds meer onderdeel worden van onze directe leefomgeving, maar de weerstand in de gemeenschap voor plaatsing van grootschalige energieprojecten op het vaste land is vaak nog groot, ondanks dat dit echt nodig is om de doelstelling voor 2050 te kunnen behalen.
Voor mijn afstudeeropgave heb ik de regio Twente als casus genomen. Twente is niet zomaar een perifere landelijke regio, maar is ook een regio die exemplarisch is voor Nederland. Het landgebruik (verhouding stedelijk en landelijk gebied), inwonerdichtheid en energiegebruik van Twente is vergelijkbaar met het landelijk niveau. Daarbij heb mijzelf de opgave gesteld hoe Twente er mogelijk uit kan komen te zien in 2050 wanneer zij 100% zelfvoorzienend is in haar eigen energievoorziening. Dit afstudeerproject laat niet alleen goed zien welke zware opgave Twente staat te wachten, maar dus ook de belangrijkste opgave voor Nederland voor de komende 35 jaar. Hoe ziet onze toekomstige energievoorziening eruit en wat de impact s op de stedelijke regio’s en landschap? Hoe zal het landschap / landelijk gebied gaan veranderen? Welke ingrepen zijn er nodig op welk niveau. Dit zijn een aantal vragen die ik bij deze afstudeeropgave heb proberen te beantwoorden in een toekomstvisie voor Twente 2050.”